maandag, juli 23, 2007

Hersenkronkels

Al een lange tijd loop ik met een filosofisch vraagstuk in mijn hoofd waar ik niet uit kom en waar volgens mij vele mensen in de geschiedenis over gestruikeld zijn. Het is niet de eerste keer dat dit vraagstuk in mij opkomt, maar op dit punt in mijn leven is de kwestie stukken ingewikkelder geworden. Het bestaat ook eigenlijk niet uit één onderwerp, maar is een samenvloeiing van meerdere aspecten des levens. De kern bestaat in ieder geval uit de begrippen vriendschap, liefde en eenzaamheid.

Om met het eerste begrip te beginnen, vriendschap, eerst een stukje uit het nummer Vriendschap van Het Goede Doel:
Een keer trek je de conclusie
Vriendschap is een illusie
Vriendschap is een droom
Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom

Het is een stukje tekst dat bij mij vaak door mijn hoofd schiet. Vooral op momenten waarop ik vriendschappen opnieuw bekijk. Dus op momenten dat ik niet meer zo zeker ben of een vriendschap nog wel een vriendschap is. Maar wat is vriendschap nu eigenlijk?

In mijn jeugd heb ik al snel een definitie aan het begrip vriendschap gehangen die veel zwaarder weegt dan de definitie die vele anderen eraan hangen. Ik noem iemand dus niet snel een vriend(in). En mocht ik je ooit een vriend(in) noemen, ga er dan niet direct van uit dat je dat stempel behoud. Want je kunt al snel weer terug vallen in de term ”een kennis”. De meeste mensen die ik ken, noem ik dan ook eerder een kennis dan een vriend(in).

In het verleden noemde ik pas iemand een vriend(in) als ik deze al een lange tijd kende en zeer graag mocht en ik het gevoel kreeg dat dit wederzijds was. Tevens dat deze persoon mij dingen in vertrouwen durfde te zeggen en ik naar hem/haar toe dingen in vertrouwen durfde te vertellen en ook kon vertellen.

In vele opzichten is dat nog steeds de definitie die ik eraan koppel. Al ben ik op sommige momenten er wat soepeler of juist wat strakker in. Soepeler wanneer het met de ander al snel klikt of juist strakker als dat niet het geval is. Het soepeler ermee omgaan is vooral voortgekomen uit het feit dat mensen tegen mij riepen dat het moeilijk was een vriendschap met mij op te bouwen, omdat ik een soort muur opwierp. Ik riep dan ook altijd: “Als je echt vriendschap met mij wilt dan weet je wel door die muur heen te komen.” Iets dat niet iedereen kan waarderen.

Tegenwoordig is er echter naast deze definitie nog wat extra’s bij gekomen, namelijk liefde. Door een niet nader te beschrijven ervaring is er bij mij een blik opengetrokken van gevoelens. Gevoelens (het houden van) die, wanneer het goed gaat, een goed gevoel geven. Echter heeft dit dus ook een keerzijde, namelijk wanneer het niet goed gaat, oftewel slecht. Met goed gaan bedoel ik de momenten dat ik het gevoel heb dat vrienden echt vrienden zijn. Dit omdat ik veel contact met ze heb en over alles met ze kan praten of van alles van hen te horen krijg. Met slecht bedoel ik dus de momenten waarop ik de vriendschap onder de loep neem, omdat men niet of nauwelijks nog met mij praat.

Goed, de logica verteld me dan dat die personen het druk hebben. Dit door werk of nieuwe relaties. Toch krijg ik er een rot gevoel door, omdat ik de persoon dan mis. Een gevoel dat voortvloeit uit het houden van. En dit gemis zorgt dan weer deels voor het derde begrip, eenzaamheid.

Ook al praat ik met heel veel mensen, toch voel ik me de laatste tijd zeer eenzaam. Iets dat bij een enkeling niet ongezien voorbij gaat. Dit gevoel van eenzaam zijn is langzaam gegroeid. Voornamelijk doordat ik de liefde nog steeds niet heb gevonden en om me heen heel veel anderen dat wel zie vinden. Als het vreemden zijn is dat nog niet eens zo heel erg, maar als het om vrienden gaat is dat toch heel anders. Vooral als het gaat om vrienden waarvan ik ben gaan houden. Zo had ik laatst een heel leuke dag, totdat ik een oud-klasgenoot en tevens “een (ex)-vriend” (die ook nooit een vriendin kon vinden) zag die hand in hand liep met een vriendin en heel liefelijk naar elkaar keken. Goed, dat hij iemand had gevonden maakte me wel blij, echter de dame in kwestie leek qua uiterlijk op mijn, in een eerder geschreven blogpost, soort van “ex”. Het eerste dat in mijn hoofd schoot was dus dat hij wel zijn *vul naam van soort van “ex” in* had gevonden. Dit zorgde er weer voor dat ik mij verschrikkelijk alleen voelde.

Dit is echter niet de enige keer. Ik krijg te vaak in gesprekken of in berichten te horen hoe het staat met relaties van “vrienden”. En hoe blij ik ook voor ze ben, het brengt mij steeds in een soort van zwart gat. Omdat het me er steeds op wijst dat ik eigenlijk maar alleen ben. Goed, ik heb dan wel vrienden, maar die zijn er ook alleen maar als ze echt totaal niks te doen hebben of iets kwijt moeten. Iets wat dus vaak niet meer het geval is als ze een liefdesrelatie beginnen. Het lijkt dan plots of ik (en waarschijnlijk ook anderen) niet meer bestaan. Het doet dan ook pijn omdat ik toch van ze houd, en het dus een gemis vind dat ik ze niet tot nauwelijks meer spreek.

Vandaar ook dat ik al een tijdje in mijn MSN-nickname het volgende heb bijgevoegd:

"Wer einsam ist, der hat es gut, weil keiner da, der ihm was tut"
Een stukje tekst dat afkomstig is uit Der Einsame van Wilhelm Busch. Hier het gehele stuk:

Wer einsam ist, der hat es gut,
Weil keiner da, der ihm was tut.
Ihn stört in seinem Lustrevier
Kein Tier, kein Mensch und kein Klavier,
Und niemand gibt ihm weise Lehren,
Die gut gemeint und bös zu hören.
Der Welt entronnen, geht er still
In Filzpantoffeln, wann er will.
Sogar im Schlafrock wandelt er
Bequem den ganzen Tag umher.
Er kennt kein weibliches Verbot,
Drum raucht und dampft er wie ein Schlot.
Geschützt vor fremden Späherblicken,
Kann er sich selbst die Hose flicken.
Liebt er Musik, so darf er flöten,
Um angenehm die Zeit zu töten,
Und laut und kräftig darf er prusten,
Und ohne Rücksicht darf er husten,
Und allgemach vergißt man seiner.
Nur allerhöchstens fragt mal einer:
Was, lebt er noch? Ei, Schwerenot,
Ich dachte längst, er wäre tot.
Kurz, abgesehn vom Steuerzahlen,
Läßt sich das Glück nicht schöner malen.
Worauf denn auch der Satz beruht:
Wer einsam ist, der hat es gut.

Het geheel zorgt er in ieder geval voor dat ik de definitie van vriendschap weer heel erg onder de loep neem. Want wat is vriendschap nu eigenlijk? Moet ik iemand als vriend blijven beschouwen na een korte periode van “vriendschap”? En hoe ga je dan met die mensen om als ze na een tijdje weer eens een gesprek aangaan? Moet je wel gaan houden van vrienden of moet je het als iets zakelijks zien? Is vriendschap altijd maar tijdelijk of bestaat er zoiets als levenslange vriendschap en hoe herken je zo’n vriendschap dan? Wanneer moet je jezelf zien als niet eenzaam? Is dat wanneer je voor je gevoel enkele vrienden hebt? Of moet die vriendschap dan ook een bepaald vriendschapsniveau hebben? En zo zijn er nog veel meer vragen die door mijn hoofd jagen. Ik zal er wel nooit uit komen, maar omdat ik de laatste tijd nergens anders over na kan denken kan ik misschien een heel eind komen. Al denk ik eerder dat ik in een visuele cirkel zal blijven zitten waar geen mens uit kan komen.

Nu hoor ik enkele mensen al denken: “Je moet er niet over nadenken” maar die kennen mij dan misschien ook wel goed genoeg om te weten dat ik zo niet ben. Het leeft op dit moment in mijn leven. Het is iets dat bij mij hoort en iets wat ik gewoon niet wil veranderen. Al kom ik er waarschijnlijk nooit uit, het houd me wel bezig (ten goede en ten kwade).

1 opmerking:

Anoniem zei

Vriendschap, ja geen idee eigenlijk ik zeg wel snel vriend maar meestal bedoel ik dan aardige mensen waar ik het een en ander mee doe/beleef. In een iets dieper gesprek zijn er maar weinigen die ik vriend noem. De meeste mensen zijn gewoon kennissen, ik merk wel dat ik mensen die ik vroeger graag mocht nu weer ga opzoeken, probeer wat meer contacten te leggen in de hoop op een vriendschap. Of juist iets probeer te herstellen wat stuk is gelopen om niets (overgang van school, het out of sight out of mind principe)

Een vriend vind ik iemand die om je geeft, waar jij om geeft. Vraagt hoe het met je is, geinteresseerd is in wat je hebt gedaan. (Iets waar ik zelf nogal slecht in ben.)

Mensen die (weer) contact met je opzoeken zou je (meestal) met open armen moeten ontvangen. Als iemand je na tijden weer aanspreekt dan kan dat een goed teken zijn, hij/zij wil met je praten en eventueel een nieuwe band opbouwen. Het hoeft niet meteen een vriend te zijn, maar je kan wel vriendschappelijk met elkaar gaan zijn. Iemand vergeven als dat nodig is. Vergeven kan bijna altijd wel, in die uitzonderlijke gevallen dat dat niet kan zal de andere persoon niet snel een beroep op je doen en als dat wel zou is kan je het afstandelijk houden.

Over liefde kan ik wel meepraten. Liefde is moeilijk, en ik ben van mening dat dat niet opzoekbaar is. Nouja je kunt wel gaan zoeken maar vaak is het beter als je er gewoon tegenaanloopt. Het moeilijkste zijn de verliefde stelletjes waar je maar naar moet kijken. Moeten is niet helemaal waar maar als ik bij mijn vereniging kijk zitten er heel veel stelletjes enzo bij en daar wordt ik meestal minder vrolijk van. Een ander iets waar ik voor de persoon heel blij om ben maar zelf niet goed kan hebben is dat iemand al heel lang een vriend heeft of net een vriend krijgt als je er eigenlijk je zinnen op wilde gaan zetten. Dat is voor haar wel leuk, en ik gun het ze ook wel, maar het is wel moeilijk. Maargoed daar zijn we het denk ik wel met elkaar over eens.

Nja ik heb nog nooit zo'n lange reactie geplaatst. Het is bijna een blog....

Groetjes,
Kasper